Vorderingen
De in de balans opgenomen vorderingen (uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder) kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Vordering | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
Vorderingen op openbare lichamen | 12.467 | 8.948 |
Rekening-courant met het Rijk | 57.267 | 1.814 |
Rekening-courant met niet-financiële lichamen | 1.485 | 688 |
Verstrekte kasgeldleningen | 800 | 1.150 |
Overige vorderingen | 7.908 | 10.172 |
Totaal | 79.926 | 22.772 |
Vorderingen op openbare lichamen | 2021 | 2020 |
Omzetbelasting | -69 | -474 |
BTW-compensatiefonds | 12.033 | 8.743 |
Overige vorderingen | 502 | 680 |
Totaal | 12.467 | 8.949 |
Ten opzichte van 2020 zijn de vorderingen op openbare lichamen flink gestegen met € 3.518.000. De voornaamste effecten zijn zichtbaar bij; het BTW-compensatiefonds (€ 3.290.000 stijging), daling schuld Omzetbelasting (€ 405.000) en overige vorderingen op openbare lichamen (€ 178.000 daling). In 2021 hebben wij meer kunnen declareren bij het BTW-compensatiefonds, onder andere door de investeringen in het nieuw stadhuis, dit wordt als een vordering opgenomen en in 2022 aan ons uitbetaald.
Rekening-courant met het Rijk
Rekening-courant met het Rijk | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
Schatkistbankieren | 57.267 | 1.814 |
Totaal | 57.267 | 1.814 |
Drempelbedrag schatkistbankieren
De gemeente is verplicht om mee te doen aan schatkistbankieren. Dit houdt in dat alle overtollige middelen van de gemeente bij het Rijk worden geplaatst. Middels een rekening-courantverhouding hebben wij beschikking over onze middelen. Zie voor de berekening van de overtollige middelen onderstaande tabel:
Berekening benutting drempelbedrag (€ 1.000) | # | 1e | 2e | 3e | 4e |
|---|---|---|---|---|---|
Schatkistbankieren | (1) | 1.539 | 1.539 | 4.104 | 4.104 |
Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks | (2) | 1.085 | 981 | 563 | 217 |
Ruimte onder het drempelbedrag | (3a) (1)>(2) | 454 | 557 | 3.541 | 3.887 |
Overschrijding van het drempelbedrag | (3b) (2)>(1) | ||||
Berekening drempelbedrag | (1) | ||||
Begrotingstotaal verslagjaar 2021 | (4a) | 205.179 | |||
Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of | (4b) | 205.179 | |||
Het deel van het begrotingstotaal dat het begro- | (4b) | 0 | |||
Drempelbedrag =(4b)*0,0075+(4c)*0,002 met een | (1) | 1.539 | |||
Berekening kwartaalcijfer (*) | (2) | 1e | 2e | 3e | 4e |
Som van de per dag buiten 's Rijks schatkist aan- | (5a) | 97.617 | 89.315 | 51.800 | 19.936 |
Dagen in het kwartaal | (5b) | 90 | 91 | 92 | 92 |
Kwartaalcijfer (*) | (2) (5a)/(5b) | 1.085 | 981 | 563 | 217 |
(*) op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden |
Er geldt een zogenaamde doelmatigheidsdrempel van 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000 per gemeente (maar wel met een maximum van € 2.500.000). Hebben we minder middelen dan de doelmatigheidsdrempel beschikbaar, dan hoeven deze niet naar de schatkist. Vanaf 1 juli 2021 het percentage voor het drempelbedrag verhoogd naar 2%.
Voor Den Helder betekent dit tot 1 juli 2021 een drempelbedrag van €1.538.840 (op basis van het
(primitieve) begrotingstotaal van 2021 van € 205.178.683. Vanaf 1 juli 2021 is het drempelbedrag €
4.103.574).
Rekening-courant met niet-financiële instellingen
Rekening-courant met niet financiële instellingen | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
R.C. Stichting Svn Startersleningen | 973 | 373 |
R.C. Stichting Svn Woningleningen | 512 | 315 |
Totaal | 1.485 | 688 |
De R.C. Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting is in 2010 geopend in het kader van de uitoefening van de Startersleningen. Op deze rekening-courant vinden de mutaties plaats inzake de aflossingen en verstrekkingen in het kader van de Startersleningen. In 2021 is er door de gemeente een extra storting gedaan, van € 1.700.000. Dit is ook weer uitgeleend in het kader van de startersleningen.
Met ingang van 2020 is een nieuwe rekening-courant geopend voor de Woningleningen. Hiervoor heeft de gemeente € 1.000.000 gestort in deze rekening-courant. Hieruit zijn al diverse woningleningen verstrekt. Op deze rekening-courant vinden net zoals bij de startersleningen de mutaties plaats inzake de aflossingen en verstrekkingen in het kader van de Woningleningen. Voor 2021 heeft er nog een extra storting van € 300.000 plaats gevonden.
Kasgeldleningen
Kasgeldleningen | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
Verstrekte kasgeldleningen | 800 | 1.150 |
Totaal | 800 | 1.150 |
Het saldo van de verstrekte kasgeldleningen bestaat uit een kortlopende lening uit 2018 aan Willemsoord inzake Boerenverdrietsluis en de vervallen aflossingen van de geldlening aan Willemsoord ad € 500.000. In 2021 is hierop door Willemsoord € 350.000 afgelost.
Overige vorderingen
Overige vorderingen | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
Algemene debiteuren | 1.328 | 3.051 |
Rente leningen u/g en rente banksaldi | 16 | 1.022 |
Overige vorderingen | 6.565 | 6.100 |
Totaal | 7.908 | 10.173 |
De post Algemene debiteuren is in 2021 ten opzichte van 2020 met € 1.723.000 flink gedaald. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een daling van de openstaande debiteuren ad € 1.835.000. Dit komt doordat eind 2020 een aantal flinke facturen openstonden, die in 2021 zijn ontvangen.
De voorziening die in het kader van de mogelijke oninbaarheid in mindering wordt gebracht is € 157.000 hoger dan 2020. In totaal is de voorziening € 740.000. De correctie op de debiteuren voor publiekrechtelijke lichamen is in 2021 gedaald ten opzichte van 2020. Het scheelt ongeveer € 106.000.
De rente langlopende geldleningen u/g betreffen rentebaten welke betrekking hebben op 2021, maar pas in 2022 ontvangen worden. Deze rentebaten hebben betrekking op de periode tussen de laatste renteontvangst en de balansdatum. Doordat een heel aantal leningen zijn herziening tegen een lagere rente, neemt de vordering ook af.
Vorderingen Sociaal domein
Jaar | aantal | aantal | aantal | percentage |
|---|---|---|---|---|
2015 | 800 | 1.222 | 835 | 68% |
2016 | 933 | 1.415 | 878 | 62% |
2017 | 881 | 1.356 | 871 | 64% |
2018 | 968 | 1.324 | 745 | 56% |
2019 | 857 | 1.176 | 631 | 53% |
2020 | 922 | 1.299 | 665 | 51% |
2021 | 906 | 1.259 | 785 | 62% |
De vorderingen op bijstandscliënten welke vallen onder de Wet BUIG bedraagt € 2.854.000 waarop in mindering is gebracht een bedrag van € 1.341.000 wegens mogelijke oninbaarheid. De vorderingen op bijstandscliënten met doorbetalingsverplichtingen aan het rijk (van 75%) is volledig afgehandeld.
Verder is er een stijging van de overige nog te ontvangen posten zichtbaar. Daarbij gaat het onder andere om posten vanuit het Sociaal Domein en de nog te facturen belastingopbrengsten vanuit Cocensus zoals bijvoorbeeld Toeristenbelasting.
Liquide middelen
Liquide middelen | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
Kas | 22 | 26 |
Bank | 107 | 66 |
Totaal | 129 | 92 |
De onder de liquide middelen opgenomen bankrekeningen betreffen de saldi bij de ABN AMRO en BNG. Sinds 2014 moeten alle overheidslichamen hun overtollige middelen stallen bij de rijksoverheid. Hierdoor ontstaat er een rekening-courant verhouding met de rijksoverheid welke verantwoord wordt onder het kopje "Rekening courant met het Rijk".
Overlopende activa
Overige vorderingen | 2021 | 2020 |
|---|---|---|
Algemene debiteuren | 1.328 | 3.051 |
Rente leningen u/g en rente banksaldi | 16 | 1.022 |
Overige vorderingen | 6.565 | 6.100 |
Totaal | 7.908 | 10.173 |
Bij de nog te ontvangen bedragen van publiekrechtelijke instellingen is een stijging zichtbaar van € 1.099.000. Dit wordt deels veroorzaakt door een hoger te ontvangen bedrag vanuit de Algemene uitkering ad € 328.000. En bijvoorbeeld een hoger nog te ontvangen bedrag vanuit de GrGa ad € 741.000.
Bij de overlopende activa is een daling zichtbaar van € 2.069.000. Deze daling wordt onder andere veroorzaakt door de overdracht van de investering inzake Baggeren Nieuwe diep naar de activa ad € 2.500.000. Er is een flinke afname zichtbaar van de voorschotten inzake de TOZO ad € 1.220.000. Daar tegenover staat een nog te ontvangen post van Cocensus ad € 1.870.000.
